De pottenbakkers draaien door
Aanverwante artikelen
In het Groot Placaatboek vinden we verschillende verboden om pottenbakkers aarde te vervoeren zonder toestemming.
Zo werd in 1704 bepaald dat men zijn schip kon kwijtraken en daarbij nog een boete van 10 gulden kon worden opgelegd. Dat verbod werd daarna nog regelmatig herhaald. Die van de Zeilberg maakten wel potten, maar ondanks de naam van het dorp kwamen er geen zeilschepen langs het dorp gevaren. In de Zeilbergse ondergrond bevond zich klei die geschikt was om potten mee te bakken, maar ook de aanwezigheid van turf als brandstof was belangrijk. De oudste vermelding van het steen- en potbakken dateert uit 1613. Er werden ook plavuizen en bakstenen gebakken. In 1659 werden er 540 duizend stenen gebakken. Nog tot 1917 zou Piet Munsters het ambacht van pottenbakker blijven beoefenen.
Bij het 50-jarig bestaan van de parochie in 1964 werd een historische optocht georganiseerd. Daar beeldde Hannes Mennen de laatste Zeilbergse pottenbakker uit. Nog in datzelfde jaar vonden een aantal Zeilbergers dat in het dorp ook wel een carnavalsvereniging kon worden opgericht. Er werd gezocht naar een naam voor de vereniging; er kon gekozen worden tussen “klotturvers” of “pottenbakkers”. Die laatste naam won het met meerderheid van stemmen. De officiële oprichting volgde op 18 januari 1965. Andere Deurnese kerkdorpen waren de Zeilberg al voorgegaan; Liessel had in 1956 al een carnavalsvereniging, de Sint Jozefparochie in 1957 en Deurne zelf in 1958. Gerard Aarts werd de eerste prins onder de naam prins Gerard den Uurste. In 2014 konden de Pottenbakkers hun 50-jarig bestaan vieren, maar in carnavalsland vier je een jubileum natuurlijk elke 11 jaar. Zo kon onder de regering van de 44e prins, Mario den Twidde, een jubileum worden gevierd. Dat was in 2004 waarbij een prachtig boek “En de Pottenbakkers… zij draaien door” uitkwam. En al is de kerk gesloten, de Zeilbergers zijn toch nog verzekerd van een mooi carnaval.